Diverse kerkgebouwen

Voor verschillende kerkgebouwen is onderzoek verricht naar de binnenakoestiek. Daarbij wordt gekeken naar onderdelen zoals nagalmtijd, spraakverstaanbaarheid, vroege en late reflecties, aanwezige materialen en constructies.

Kerken onderzocht op binnenakoestiek

  • Kandelaar – Veendam
  • Stadskerk | VBG – Groningen (zie ook deze pagina)
  • Oosterkerk – Hoogeveen
  • Kandelaarkerk – Assen
  • Kerkboerderij – Hoogeveen
  • Het Lichtpunt – Assen
  • De Voorhof – Westerbork
  • Magnalia Dei kerk – Groningen
  • Ichtuskerk – Hoogeveen
  • Open Hof – Assen

Het onderzoek naar de binnenakoestiek in een kerkgebouw vraagt een zorgvuldige afweging. Vanwege het tweeledige gebruik van de ruimte zal de akoestiek een goede compromis moeten zijn tussen spraakverstaanbaarheid (korte nagalmtijd) en muziekgeluid (iets langere nagalmtijd).

Binnenakoestiek bij spreken

Voor de spraakverstaanbaarheid is een ‘droge’ akoestiek wenselijk; de nagalmtijd moet relatief kort zijn, globaal tot 1 seconde. De nagalmtijd hoeft ook weer niet te kort zijn, een spreker mag enige ‘weerklank’ ondervinden vanuit de zaal. Voor de toehoorder mag de zaal ook een ruimtelijke indruk geven; een grote zaal mag dus enigszins galmen.

Binnenakoestiek bij zang

Voor muziek is het belangrijk dat de nagalmtijd wat langer is, zo tussen de 1.5 en 2.5 seconde, met name wanneer samenzang wordt begeleid door muziek. Het is ook belangrijk dat de muziek enigszins wordt uitgesmeerd en vermengd. Ook moet een muzikant, vooral een organist, zich ‘gesteund’ voelen door het meeklinken van de zaal.

Als compromis wordt voor een kerkzaal veelal gestreefd naar een nagalmtijd tussen de 1 en de 1.5 seconde, in combinatie met een goede installatie voor de versterking van de spraak. Met passende materialen aan plafond en wanden is een goed goed muziekgeluid en een goede spraakverstaanbaarheid te realiseren.

Het is niet voor niets dat vroeger nogal ‘gedragen’ gesproken werd in de galmende ruimten van een kerkgebouw. Met het langzaam spreken werd eigenlijk de galm, de echo, afgewacht, waarna de voorganger weer verder ging met spreken. Ook dat kan geïnterpreteerd worden als een eigentijdse akoestische oplossing.